Attika

Machtige vorsten breiden hun eigen ministaatje uit. Theaters, orakels, een haven met schepen, een wijnberg en nog veel meer vinden hun plaats op het Griekse schiereiland.
De ruimte is zeer beperkt en het wordt al snel belangrijk de weg af te snijden voor de concurrenten, om zelf de vruchtbaarste landstroken op te eisen.
Bouwen is echter duur. Om op de kosten te besparen, dient men de oogst van de landschappen te gebruiken of zijn gebouwen in een logische volgorde op het bord te plaatsen. Wie bouwt als eerste zijn staatje vol of verbindt twee tempels met elkaar?

Doel van het spel
De speler die als eerste
` alle 30 eigen gebouwen op het speelbord bouwt
of
` twee willekeurige tempels met elkaar verbindt door middel van een keten van eigen gebouwen

wint het spel onmiddellijk.

Voorbereiding
- Trek, afhankelijk van het aantal spelers, 4, 6 of 8 landtegels van de stapel en stel hiermee het speelbord samen.
- Plaats, naar gelang het aantal spelers, 2, 3 of 4 tempels aan het speelbord.
- Iedere speler kiest een kleur en legt de bijbehorende bouwkaart open voor zich neer.
- Iedere speler pakt de 30 gebouwen in zijn kleur en maakt daar 4 stapels van. Vervolgens draait hij van elk van de 4 stapels het bovenste gebouw om en legt deze op het corresponderende veld op zijn bouwkaart.
- Bepaal welke speler begint. De startspeler trekt 4 landschapkaarten en neemt deze in de hand. Zijn linkerbuurman trekt 5 kaarten, de derde speler 6 kaarten en de eventuele vierde speler 7 kaarten.

Spelverloop
Verloop van een speelbeurt
De speler die aan de beurt is, kan uit twee mogelijkheden kiezen:

a) 2x `Gebouw trekken` of b) 3x `Gebouw bouwen`

Een speler mag geheel of gedeeltelijk afzien van `trekken` of `bouwen`. Voor elke niet uitgevoerde actie `trekken` of `bouwen` mag hij 1 landschapkaart van de gedekte stapel trekken en in de hand nemen.

Bouwregels
Op elk onbezet veld op het speelbord kan een gebouw worden gebouwd. Er mag niet worden gebouwd op tempels of op velden, waarop zich al een gebouw bevindt.
Bouwkosten
De basiskosten van een gebouw zijn zowel op het fiche als op de bouwkaart afgebeeld.
Van deze basiskosten worden alle landschapsymbolen afgetrokken, die zich op de bouwplaats alsmede op de direct aangrenzende onbezette velden bevinden.
De speler moet de resterende kosten met passende handkaarten betalen. Als een speler een kaart niet heeft, mag hij steeds twee willekeurige kaarten gebruiken om één kaart te vervangen.

Logische bouwvolgorde (kosteloos bouwen)
De bouwkosten vervallen volledig als de speler de logische bouwvolgorde aanhoudt.

Dorpen
Eén of meer aan elkaar grenzende gebouwen van één speler noemen we een dorp. Er wordt een nieuw dorp gesticht als een speler een gebouw bouwt, dat niet aan een ander gebouw van hem grenst.

Als een speler een nieuw dorp sticht, moet hij naast de basiskosten ook nog dorpskosten betalen. Hij moet per dorp op het bord 1 handkaart naar keuze extra betalen. Het nieuwe dorp telt daarbij niet mee.

Amforen
Ieder gebouw is ingedeeld bij één van 7 thematische categorieën. Een speler die zijn categorieën aangrenzend bouwt, ontvangt amforen, waarmee hij zijn speelbeurt op een gunstig moment kan verlengen.

Speelbeurt verlengen
De speler legt 1 amfoor terug in de voorraad en mag daarvoor in zijn beurt 1 maal extra `trekken` of 1 maal extra `bouwen`. Een amfoor mag ook ingezet worden om 1 kaart te trekken.

Speelbord uitbreiden
Als een speler het laatste gebouw van één van zijn gebouwenstapels heeft getrokken, draait hij een landtegel van de dichte stapel om en legt deze aan het speelbord.

Einde van het spel
De speler die er als eerste in slaagt om òf al zijn 30 gebouwen op het speelbord te plaatsen òf twee tempels te verbinden door middel van een aaneengesloten keten van eigen gebouwen, wint het spel.